
Johan Dijkstra: ‘Vismarkt bij avond met figuren’ (aquarel en zwart krijt) Copyright: Stichting Johan Dijkstra
In de gedempt verlichte expositiezalen gloeien links en rechts schilderijen op met avond- en nachttaferelen. Die gaan over theater, uitgaan, circus, cafébezoek. Het zijn scènes waarin heel verschillende lichtbronnen een rol spelen, zoals gasbranders, kaarslicht, carbid. Of het witte licht van elektrische lampen.
Het verhaal van de tentoonstelling ‘Nachtlicht’gaat over de introductie van het kunstlicht en wat dat teweeg heeft gebracht. Vóór 1880 lagen de binnensteden er stikdonker bij. In Amsterdam, in Parijs, in Wenen of Londen, maar ook in Groningen kon je je beter niet op straat begeven als de zon was ondergegaan. Hoogstens een olielamp op een straathoek of boven een poortje. En de maan, natuurlijk. Totdat het kunstlicht zijn intrede deed.
‘Nachtlicht’ bevat ook werk van de Groninger Ploegkunstenaar Johan Dijkstra. Van hem zien we de verlichte winkelruiten op de Vismarkt bij avond, de oude Boteringebrug onder het gelige schijnsel van lantaarns, het Herewegviaduct in paarse nachtkleuren.
Door het kunstlicht veranderde de stad bij avond van een duister labyrint in een bruisend uitgaanscentrum met theater- en circusbezoek, met modehuizen en tingeltangels. Voortaan eindigde de dag niet meer na het avondeten. Met het licht kwam het geroezemoes, het lawaai, het verkeer.
Op de schilderijen gaven de schilders precies weer om wat voor soort licht het ging. Zoals het elektrische licht op een prachtig schilderij van Nicolaas van de Waay (1855-1936). Daarop beeldde hij het publiek in het Amsterdamse Concertgebouw uit. Het is pauze. Enkele dames voor in de rij stellen elkaar misschien de vraag: ‘wat vind jij ervan, tot nu toe?’ Hun pastelkleurige japonnen lichten op onder het schijnsel boven hun hoofden. Kleuren en stoffen zijn afgestemd op het kunstlicht van de moderne tijd. Zonder de uitvinding van het gaslicht of de gloeilamp zou er helemaal geen Concertgebouw zijn gebouwd. Dat geldt eigenlijk voor alles.
Wat niet direct de opzet is, maar wat ook wordt verteld, is het verhaal van de kleur en hoe die verandert onder verschillende soorten belichting. Hoe dat in z’n werk ging, hoe rood in het maanlicht paars wordt, hoe blauw onder een gaslamp in bruin verandert, het is mateloos boeiend voor een kunstenaar, maar ook voor een kledingontwerper. Vorm en compositie en stofuitdrukking beheersten de kunstenaars al, nu ging het om een nieuw verschijnsel, licht en kleur en hoe die met elkaar ronddansen. Fascinerend.
‘Nachtlicht. De schilders van het nieuwe licht 1880-1940’ . Museum Flehite, Westsingel 50, Amersfoort Open: di t/m vr 11-17, za en zo 12-17 uur. T/m 26 juni 2011