
Rudolf Hagenaar: 'Tropennacht' (1988) olieverf op paneel (53,5x88cm) copyrights: 2011 – Art Revisited, Tolbert
Wie voor het eerst met het werk van de onbekende Rudolf Hagenaar (1927-2006) in aanraking komt, is verrast door de hoeveelheid, maar vooral door de kwaliteit en de bijzondere manier waarop deze kunstschilder uit Goes zijn oeuvre vorm gaf. Pas in het jaar 2000 kwam het tot een tentoonstelling. Want de schilder was wars van publiciteit.
En nu is daar een boek over Rudolf Hagenaar en je kijkt je ogen uit. Al bladerend overvalt je een gevoel van verwondering, herkenning, een déjà vu-gevoel bij al die scènes van monumentale ruimtes bevolkt door naakte mensen, meest mannen. Rudolf Hagenaar hield van mannen, van hun vormen. Dat zie je aan zijn manier van kijken en weergeven, in plastische tekeningen en schilderijen. Zelfs de vrouwen hebben bij hem vaak een mannelijk voorkomen gekregen, zoals de vrouw op deze afbeelding. ‘Tropennacht’ heet het schilderij. Het koude maanlicht snakt naar een warm mensenlijf. Het warme rood moet tegenwicht bieden aan het koude blauw.
Wie uit de tropen komt, Rudolf Hagenaar werd in Soerabaja geboren, weet hoe koud de nachten daar kunnen zijn. En ook weer niet, want anders had deze in een strandstoel gezeten vrouw wel kleren aangetrokken. Nee, ze ligt daar behaaglijk te manebaden en ze kijkt, net als wij, naar de tros bananen die daar zo verleidelijk ligt te wachten tot iemand het mes van de tafel pakt en… ja, wat?
Zo uitdagend als die bananen omhoog krommen, doen ze denken aan een bosje penissen en dan doet dat mes het ergste vermoeden.
Onmiskenbaar is er een erotische draad in zijn oeuvre te ontdekken. Het is een wereld vol mannelijkheid. Behaagziekte, maar ook eenzaamheid, ook verwachting en verlangen. ‘Zijn werk mag vol van heimwee zijn’, schreef de dichter Hans Warren ter gelegenheid van de opening van Hagenaars tentoonstelling, ‘het hoort helemaal bij het nu.’
Het frappante is inderdaad dat Hagenaar voorbeelden zocht in het verleden van de kunstgeschiedenis, de Renaissance, De Chirico, Vermeer en ook Morandi. De monumentaliteit van mensen en gebouwen, de naaktheid van de ruimte. Zelfs een stadsgezicht van Venetië, per definitie propvol Byzantijnse, Italiaanse en barokke ornamenten is bij Hagenaar teruggebracht tot zijn abstracte essentie. Juist het putten uit de klassieke schilderkunst zorgde ervoor dat zijn werk zo modern is, zo tijdloos. En steeds is daar de nadruk op plasticiteit, wat herinnert aan zijn oude wens om beeldhouwer te worden. Het zijn mensfiguren in verf geboetseerd, zoals zijn biograaf het treffend omschrijft.
Jan Stassen, ‘Rudolf Hagenaar, leven en werk’ 304 pagina’s 49,95 euro (Art Revisited, Tolbert)