Een roltrap als een lavastroom. Die verbindt het fabrieksterrein met de 24 meter hoger gelegen entree van een kolenwasserij van het voormalige Kruppconcern bij Essen. Als je vanuit het Noordwesten in de schemering Essen nadert, rijzen bij Gelsenkirchen links en rechts de donkere vormen van overwoekerde kolenbergen, schachtbokken en andere vreemdsoortige, onverlichte bouwsels op. Hier bevond zich de oorlogsmachine van Duitsland die met 100.000 dwangarbeiders de oorlogsindustrie draaiende hield. Krupp werd een naam om van te huiveren.
Op oude foto’s zien we de stad Essen in rook en roet gedompeld, een onbestaanbare wereld die voorgoed geschiedenis lijkt te zijn geworden. Wat rest, zijn verzakte huizen en dat wonderlijke landschap van industrieel erfgoed, waar het nauwelijks voor te stellen is dat daar in 1971 nog 80.000 mensen werkten, kolen delfden en als verlengstukken van gigantische, staalbrakende machines fungeerden.
Maar dan doemt in het invallende duister bij de enorme kolenwasserij Zollverein de helverlichte, 55 meter lange roltrap van architect Rem Koolhaas op. Die ziet uit als een afvoergoot, gevuld met gesmolten ijzer, zoals het roodgloeiend verlicht opdoemt en de bezoekers een gietijzeren gebouw binnenvoert, hoger en hoger, in een wereld van kranen, schachten, loopbruggen, buizen, rails en trechters. Krupp’s Zollverein is een museum geworden, maar het is of je de machinekamer van de hel betreedt. In gedachten zie je een koortsachtige beweging om je heen van honderden arbeiders. Het is alsof je het massale roffelen van bruinkool in betonnen trechters hoort, als aardappelen in een schilmachine.
Het museum bevat foto’s en vitrines, waarvan er één is gevuld met stoflongen op sterk water. Er is een historisch museum ondergebracht, een archeologische collectie, een préhistorische presentatie van wat in Noordrijn-Westfalen ooit in de grond is gevonden. Foto’s en films van het leven in dit kolossale industriegebied. Alles krijgt een macabere kleur doordat je beseft dat hier de ondergang van miljoenen mensen werd gesmeed. Het roept de muziek uit Wagners ‘Das Rheingold’ in de herinnering, maar ook diens ‘Götterdämmerung’.
In het Krupp Museum Zollverein leiden sinds 2009 de vuurrode en vlamgele trappen van Rem Koolhaas ons in de schachten van boven naar beneden en weer terug. De oude, betonnen wanden om ons heen staan onverschillig in zichzelf gekeerd, geduldig wachtend op een nieuwe tijd. Even in slaap gevallen tijdens een langdurige lunchpauze. Maar tot zolang is Krupp kunst geworden, de kolenwasserij een museum. Alles is mogelijk, als de geschiedenis maar tijd genoeg krijgt.
Het Krupp Museum Zollverein bij Essen is elke dag geopend van 10-19 uur. Gelsenkirchener Strasse 181 bij Gelsenkirchen.